De afgelopen jaren hebben we ons als archief ingezet om alle achttien schepenbankarchieven in ons beheer te digitaliseren. In 2023 is de laatste online beschikbaar gekomen. Reden om dat te vieren met het symposium ‘Voor schout en schepenen… Onderzoek in de archieven van de schepenbank’. Op 27 maart 2024 was het zover. Tot onze verrassing en blijdschap stroomde de studiezaal vol met geïnteresseerde collega’s uit andere archieven, mensen die zelf onderzoek doen en ook mensen die verbonden zijn aan onderzoeks- of onderwijsinstellingen.
Jochem Otten heette iedereen welkom. Hij is directeur van de Stichting Mommerskwartier en ook zoon van een archivaris/historicus. Aan de keukentafel maakte hij als kind al veel geschiedenis mee. En die keukentafel stond in een mooie boerderij in Gemert, een van de oudste huizen van Gemert, D’n Traonpot.
Introductie
Projectleider Astrid de Beer gaf een inleiding in de werking van de schepenbank. De bestuurlijke en de rechterlijke taken lagen bij de schepenen. Zij beoordeelden of een daad wel of niet door de beugel kon. Als onrechtvaardig werd bijvoorbeeld gezien zelfmoord, schelden (schobbejak, schelm) en het schieten op de duiven van de schepen. Ook strafbaar was het baren van een onwettig kind. In de schepenbank kom je ook weddenschappen tegen, bv ‘of de Fransen volgend jaar weg zijn of niet’. Na de Franse revolutie kwam er een scheiding van bestuur en rechtspraak en eindigde het bestaan van de schepenbank.
In ons archief zagen we het belang van de informatie die ligt opgeslagen in de schepenbankarchieven, maar het is een lastige bron. Het handschrift is vaak moeilijk te lezen en er worden woorden gebruikt die we niet kennen. Én je moest ervoor naar de studiezaal komen. Dat laatste hoeft nu niet meer.
Bekijk het overzicht van achttien schepenbankarchieven in onze collectie
Lees de geschiedenis van Tilburg in het kort (PDF)
Voogdij- en boedelrekeningen
Het oorspronkelijke programma is wat omgegooid omdat John van Erve helaas zijn lezingen niet kon houden. Luud de Brouwer vervolgt het programma daarom met een presentatie over voogdij- en boedelrekeningen. Het bijzondere van dit soort documenten is dat het een beeld geeft van het dagelijkse leven.
In een voogdijrekening vind je bijvoorbeeld een opsomming van de roerende en onroerende goederen van een overledene en dat laat zien hoe die persoon geleefd moet hebben. Ook lees je erin over ziekte, bijvoorbeeld de ‘roode loop’ (dysenterie) en de pest. Er is een tekst waarin te lezen is dat een kar met drie lijken rondreed, of dat er hutten werden gebouwd voor gezonde mensen, ten tijde van een pestepidemie. De chirurgijn (dokter) schreef op wat hij aan medicijnen leverde aan patiënten. Medicijnbriefjes zijn enorme puzzels. Regelmatig kwam Luud het woord ‘hertsterckend’ tegen, maar ook dat de chirurgijn tevens kapper en barbier was. En ging je dood dan moest je begraven worden. In een andere bron stond dat de kerkklok zes uur lang werd geluid voor een overleden man, één uur voor zijn vrouw en dat het begraven in de kerk zeven gulden kostte.
Een tip van Luud: lees de oude teksten hardop, want dan kom je er vaak sneller achter wat er staat.
Bekijk de presentatie (Powerpoint) over voogdij- en boedelrekeningen
De schepenbank van Tilburg en Goirle
Termen als drossaard, schout en schepen, Astrid de Beer legt hun functie nog eens uit. De drossaard of schout trad op als plaatsvervanger van de heer in een gebied. De schout stond hoger in op de hiërarchische ladder dan de schepen. Schepenen werden jaarlijks benoemd en ze moesten wat eigen geld hebben (ook al kregen ze wel een kleine vergoeding), waren altijd mannen en ze hoefden geen juridische opleiding gevolgd te hebben. Ze moesten rechtspreken volgens de regels van de rechtbank van Den Bosch.
Grote gebeurtenissen hebben een weerslag op de gewone bevolking. Tilburg had bijvoorbeeld veel last van de 80-jarige oorlog, die in 1648 afliep. Breda en Den Bosch waren belegerd. Inkwartiering vond in Tilburg plaats, wat een hoop geld, goederen, wol en voedsel vereiste. Plundering van kerken en dorpen kwam voor, brandstichting, en ook al was er het 12-jarig bestand, rust was er niet. De soldaten bleven en zij trokken als bendes rond, ze verspreidden ziektes als pest en ‘roode loop’ (dysenterie). Wil je gegevens lezen over deze periode, dan moet je in de schepenbank zijn.
Bekijk de presentatie (Powerpoint) over de schepenbank Tilburg en Goirle
Voluntaire rechtspraak
Emeritus hoogleraar Oudvaderlands recht Trix van Erp-Jacobs geeft inzicht in de voluntaire (vrijwillige) rechtspraak. Wat is dat nou precies? Je zou het kunnen zien als de taken waarvoor we nu naar een notaris gaan. Geen juridische zaken zoals we die nu in een rechtbank behandelen. Maar in de tijd van de schepenbank werden juridische en voluntaire rechtszaken door dezelfde instantie behandeld.
Voluntaire rechtspraak is dus heel wat anders dan zaken waarin een hoge rechtsmacht uitspraak deed. Binnen het werkgebied van ons archief waren er verschillende plaatsen met een hoge rechtsmacht, zoals Geertruidenberg, Oisterwijk, Tilburg en ’s Gravenmoer. Oosterhout, Terheijden en Gilze hadden het niet. Over het algemeen kun je stellen: heeft er vroeger een galg gestaan? Dan is er een plek voor hoge rechtspraak geweest.
Om inzichtelijk te maken welke zaken als voluntaire rechtspraak worden gezien, geeft Trix een aantal voorbeelden uit de schepenbankarchieven uit ons werkgebied. (Research hiervoor heeft ze lekker makkelijk allemaal online kunnen doen).
In het schepenbankarchief van Moergestel zit een borgbrief van mevrouw van Laarhoven, die huwde en verhuisde. Ze had een brief nodig vanuit Moergestel dat ze alimentatie kreeg als ze in armoede zou vervallen. Een borgbrief kon van de gemeente of van particulieren zijn, die garant stonden voor alimentatie. Van Laarhoven had een gemeentelijke borgbrief van Moergestel.
In de Tilburgse schepenbank vinden we een akte van naderschap of naasting: Jan Hendrik Voskens in Tilburg, ziet dat de ene persoon aan een andere een stuk grond heeft verkocht, maar Voskens wil dat de koop niet doorgaat. Hij is namelijk naaste familie van de verkoper! De schepenbank oordeelde en stelde Voskens in het gelijk. De koop ging door naderschap niet door. Dit naderschap kon tot een jaar na de verkoop ingezet worden.
In Oisterwijk voltrok zich een familiedrama. Anna Hendrik van der Pas was gehuwd met Willem van Roessel. Anna vraagt aan de schepenen: “Mag ik alle roerende en onroerende zaken verkopen vanwege de lange afwezigheid van mijn echtgenoot?” Die blijkt ergens anders opgesloten te zijn vanwege krankzinnigheid. Ze moet zien te overleven en ze kan zelfstandig niets, dus moet ze toestemming vragen om te verkopen. De familie stemt ermee in, dat staat op schrift en dan besluit de schepenbank dat het Anna is toegestaan om zelf te beslissen over de verkoop van zaken.
Tal van familiezaken vind je terug in de schepenbankarchieven. Een tip van Trix: let op de spelling. Er was geen vaste manier om namen te schrijven!
Bekijk de presentatie (Powerpoint) over voluntaire rechtspraak
Na de lunchpauze was er een gedegen uitleg door Astrid de Beer over het online zoeken in de schepenbankarchieven.
Bekijk de instructie (PDF) om te zoeken naar scans
Bekijk de uitleg (Word) zoeken naar indexen/nadere toegangen
Middagprogramma met workshops en depotrondleidingen
En daarna vervolgden we met een gevarieerd programma met workshops en depotrondleidingen. De deelnemers zwierven uit over de verschillende ruimtes in het gebouw. Bij Marcel van de Wouw en Marlies Verhoosel kregen ze een kijkje in het werk van het conserveren van documenten. Stef Uijens liet in het depot een selectie documenten uit de schepenbankarchieven zien, eindigend met een zeer spannend verhaal.
Bekijk de presentatie (Powerpoint) van diverse schades in archiefstukken
Geschiedenis van een Oisterwijks huis
Wim de Bakker legde de geschiedenis van een huis uit 1633 in Oisterwijk uit. Het is het oudste huis van Oisterwijk en toevallig óók nog de plek waar hij geboren is. Zijn familie woont al vijf generaties in dit huis.
Voor onderzoek naar een pand kun je vaak putten uit het kadaster, dat in 1832 in werking is gesteld. Wil je onderzoek doen vóór die periode, dan kun je terecht bij de vijfjaars lijsten van inwoners van panden, de huizenregisters. Voor de periode tussen die vijf jaar, kun je belastingregisters raadplegen. Heb je dat allemaal uitgeplozen, dan kun je nóg dieper onderzoek doen in de schepenbankarchieven. Wim legt geduldig uit hoe dat in zijn werk gaat, met zijn geboortehuis als voorbeeld.
Bekijk de presentatie (Powerpoint) over onderzoek naar een huis
Luud de Brouwer test de kennis van oud schrift bij de deelnemers. Tijdens zijn workshop wordt er geoefend met hulp van de website watstaatdaer.nl. En ja, oud schrift is moeilijk, maar door oefenen en trainen en wordt het steeds makkelijker.
Het ontstaan van Udenhout
Even later zien we Luud in de studiezaal een uiteenzetting geven over de geschiedenis van Udenhout. Hij legt uit welke bronnen je kunt raadplegen om het ontstaan van een plaats te onderzoeken. Voor Udenhout gaan de bronnen terug tot 1232. De eerste vermelding is hij tegengekomen in een archiefstuk over de Abdij van Tongerloo. Er wordt in gemeld dat ze hout mochten kappen in het bos van Udenhout.
In het onderzoek naar een plaats is 1832 een mooi baken, zoals Wim de Bakker ook vertelde. Kadasterkaarten maken het onderzoek na 1832 wat makkelijker. Daarvoor kun je gebruik maken van lokale notariële archieven.
Bekijk de presentatie (Powerpoint) over het ontstaan van Udenhout
Slim zoeken met AI
Gena Lemmens geeft onder veel ‘ohs’ en ‘ahs’ uitleg over Transkribus. Dit is het platform waarin wij als archief transcripties opslaan van handgeschreven archiefmateriaal. Deze transcripties worden met kunstmatige intelligentie gemaakt. Bijna al onze 18e-eeuwse notariële archieven zitten hier nu in. Op elk woord is in de tekst te zoeken en Transkribus geeft helder weer waar de gezochte woorden zich in de tekst bevinden.
We spreken van Artificial Intelligence (AI) als een computer een probleem oplost, wat we anders met menselijk denkvermogen zouden oplossen. Een probleem kan zijn dat een handgeschreven tekst niet goed leesbaar is. Je geeft de computer het probleem en tevens de oplossing, in de vorm van een scan van de originele bron en de bijbehorende transcriptie. De computer gaat 1 op 1 de letters vergelijken en leren lezen en kan daarna andere onleesbare teksten automatisch transcriberen. Heeft een computer een voorbeeld nog niet eerder gezien, dan kent hij het niet en kan hij het niet analyseren. Het komt daarom wel eens voor dat er fouten in de transcripties zitten. Menselijke nacontrole is dus nog nodig.
Onze teksten zijn via Transkribus nog maar een maand online, en er wordt ook nog aan gesleuteld.
Een ander platform met dezelfde insteek is Verledentekst.nl van Willem Vermeulen en Yvette Hoitink. Zij richten zich tot nu toe alleen op archiefbronnen uit onze collectie, maar gebruiken andere software.
Bij één van de toehoorders ontstaat een ongemakkelijk gevoel. Hij merkt op: “Ik heb twee jaar lang allerlei transcripties gemaakt voor Vele Handen, zelf, woord voor woord. Ik heb mijn werk helemaal voor niets gedaan! Nu gaat het vol automatisch.” Gena kan dit geheel weerleggen. Datgene wat al die mensen voor Vele Handen hebben gedaan, is de input geweest voor de bouw van de software die nu gebruikt wordt. De noeste arbeid is de basis geweest voor de vooruitgang die daarna geboekt is, dus dank aan al die enthousiaste transcribenten!
De dag werd afgerond met een quiz, gewonnen door John Boeren (nogmaals van harte gefeliciteerd!), waarna we eindigden met een borrel.
Dank aan alle sprekers, enthousiaste bezoekers, meehelpende collega’s en alle anderen die dit symposium tot een succes hebben gemaakt. We vonden het heel waardevol dat er een dag lang zoveel interesse was voor deze oude archiefbronnen en we hopen de drempel om erin te zoeken flink verlaagd is.
Foto's: Maria van der Heyden