Het rampjaar 1672 in archieven (9): Baarle-Nassau

9
28-10-2022
  • rampjaar
  • Baarle-Nassau
  • 1672
  • Ulicoten

In de archieven van Baarle-Nassau is weinig bewaard gebleven uit de periode van het Rampjaar. Daardoor kunnen we slechts een beperkt beeld schetsen van wat zich hier heeft afgespeeld.

De schaarse bronnen wijken niet af van het algemene beeld wat zich opdringt bij het beschrijven van de gebeurtenissen in andere dorpen in de omgeving. Het gebrek aan bronnen kan ook betekenen dat Baarle-Nassau voor een deel de dans ontsprongen is.

Natuurlijk had het dorp te lijden onder de betaling van de contributies aan de Fransen. Daaraan ontkwam geen enkel dorp. Het was niet zo dat elk dorp afzonderlijk werd aangeslagen. De aanslagen waren ten laste van de hele Baronie van Breda en werden omgeslagen per dorp. In het archief van het dorpsbestuur zitten dan ook vaak lijsten met bedragen per dorp.

< Lijst met dorpen in de baronie van Breda in 1674.

Al in 1674 richten de bestuurders van de dorpen in de Baronie van Breda zicht tot de overheid om te vragen de jaarlijkse verponding (een vorm van belasting) te verlagen. Ze betoogden dat zij in 1672 en 1673 excessive groote onkosten ende deboursementen hebben betaald die verre boven haar vermogen lagen. Zij noemen zich dan ook in de aanhef van het verzoekschrift de arme ende geruïneerde regenten ende ingesetenen der Barronie van Breda.

De dorpen in de baronie dachten dat de extra uitgaven gecompenseerd zouden worden door een lagere aanslag in de verponding maar dat bleek niet het geval. Ze gebruikten het argument dat de dorpen in de Meijerij van ’s-Hertogenbosch wel zijn gecompenseerd. Zij rekenden op coulance terwijl slands ontfangers eghter met rigoreuse executien tot invorderinghe de supplianten drijgen. De nood is hoog dus komen de bestuurders sich in alle onderdanicheidt werpen aen de voeten van uwe Hoogheijt haren genadigen heer. Die laat zich van zijn beste kant zien en besloot op 3 mei 1674 opdracht te geven aan de Raad van State om positief op dit verzoekschrift te reageren en dat de dorpen aen haere verpondingen gecort mogen werden[link naar bron]

Vervolgens zijn er meerdere verzoekschriften opgesteld om compensatie te krijgen voor allerlei leveranties die de dorpen in de baronie hebben moeten dragen. Zo is er een van 23 mei 1673 waarin de dorpen verklaarden dat ze voor de versterking van de stad Breda heel veel eiken palissaden en ander hout hebben geleverd alsmede een enorme partij hooi die diende om de ruiterij in garnizoen in Breda van voedsel te voorzien. In deze verzoekschriften deed Baarle Nassau natuurlijk mee als mede-indiener. In de documenten werden onder meer genoemd: Johan Verheelen, Christiaen van Aert, Adriaen van Griensven, Adriaen Knaep, Adriaen van Ham, Aert van Ghielze, Cornelis Jan Gillis, Luijcas Lenaert Voeten, Pauwels Jan Smekens, Jan Phlipssen van Bedaf, Willem Adriaen Haevermans, Aert Biekens, Mathijs Janssen Hillen, weduwe Cornelis Beckers, Aert van Ghielze en juffrouw Cornelia van Asten. Dat ging over leveranties in juli en augustus 1672.

Alles bij elkaar ging het om aanzienlijke hoeveelheden en dito bedragen. Zo zijn er op 8 november 1672 maar liefst zeven regimenten Spaanse ruiters een dag ingekwartierd in Baarle-Nassau. Deze ruiters werden vergezeld met al henne bijhebbende volckeren, knechts ende peerden. Dat kostte de Baarlese gemeenschap eene somme van twee duijsent seven hondert seven en vijftich gulden. Daar kwam nog bij eene groote quantiteijt aen penningen die de innegesetenen door vele der voors. Ruijters alsdoen sijn affgeperst. Een forse aanslag op de welvaart van het dorp. 

In 1672 en 1673 kwamen daar nog veel meer onkosten bij. In 1672 heeft het dorp aan de ruiterij van de Prins van Vaudemont moeten leveren gedurende 105 dagen, dagelijks 9000 pond hooi. In geld was dat 11.340 gulden. In dezelfde periode moesten ze ook hooi leveren aan de Ruijterij vanden staet gedurende 79 dagen, 9900 pond hooi per dag voor een bedrag van 9385 gulden en 4 stuivers. In 1673 kwam daar daar nog eens een bedrag van 12.432 gulden en 19 stuivers bij voor de leverantie van hooi aan de regimenten van de graaf van Nassau en overste Eppo. Om maar aan te geven dat het niet om kinderachtige bedragen ging voor een kleine gemeenschap als Baarle-Nassau.

Baarle-Nassau ontkwam niet aan het leveren van pioniers aan het beleg van Maastricht in 1676, net zo min als de andere dorpen in de Baronie. Hun contingent bedroeg 46 pioniers en 2 karren met 2 paarden. In de dorpsvergadering van 25 juli 1676 stond dit op de agenda en nam het dorpsbestuur de besluiten ook over de betaling van deze pioniers en karren. (link naar bron)

^ fragment van de notulen van het dorpsbestuur van 8 augustus 1678 waarin de kwestie van brant, plunderinge, off gevanckenisse en diergelijcke wordt aangekaart. Klik voor originele scan.

Tegen het eind van de oorlog kwam Baarle-Nassau nog een keer in het nauw. In de dorpsvergadering van 8 augustus 1678 stelde stadhouder Van Heijst aan de orde de grouwelijcke dreijgementte bij de fransche van maestricht gedaen over d’achterstallige contributien der Baronnije van Breda en vracht watmen in saecke er soo swaere ongelegentheden sal doen. Van Heijst en schepen Niclaes Verelst  zullen dit bespreken in de landsvergadering in Breda die op 9 augustus plaatsvond en willen daar een resolutie ende contract als tot welstant deser gemeente te raede sullen vinden te behooren aan laten nemen.

In dezelfde vergadering bracht stadhouder van Heijst nog in wat te doen als inwoners van Baarle-Nassau het slachtoffer worden van brant, plunderinge, off gevanckenisse en diergelijcke als gevolg van de Franse dreiging waer voor Godt almachtich ons gelieve te behoeden. Het bestuur besloot dat in zo’n geval iemand die het slachtoffer werd van brandstichting te compenseren ten laste van de dorpskas. In het geval van plundering en gevangenneming stellen ze de beslissing uit tot de resolutie die in de landsvergadering van 9 augustus aan de orde komt. (Link naar bron)

Op 11 augustus 1678 krijgt de Vrede van Nijmegen zijn belsag en werd ondertekend. Die handtekeningen bracht Maastricht weer terug in handen van de Republiek. De Franse bezetting vertrok.
De aangekondigde dreiging van de Franse legers was echter nog niet voorbij. In het archief van het dorpsbestuur van Baarle-Nassau zit een document met een specificatie voor Jan van Giels. Daarin staat dat op 12 augustus 1678, de dag na de ondertekeknig van de Vreda van Nijmegen, als de fransche van Mastricht Baerle voorschreven quamen executeren aan de fransen heeft geleverd, Wijn, Bier, Broot, Booter en Eijeren, waarvoor hij 9 gulden en 4 stuivers vroeg. Op dezelfde dag hadden de Franse soldaten, met toestemming van de stadhouder en schepenen, mijn pert met zael en thoom mede naer Mastricht genomen. Hij vroeg voor verleth en verergeringe van’t selve peirt 23 gulden vergoeding en voor het zadel en toom 10 gulden. (Link naar bron)

Daar bleef het niet bij. Het dorp maakte een overzicht op van kosten die burgers hadden moeten maken. De hiervoor genoemde Jan van Ghiels staat er in, maar ook Huijbrecht Adriaen Borsten die haver met zakken moest leveren voor een bedrag van 29 gulden. Peeter Aert Lemans moest ook zijn paard afstaan, waarvoor hij 75 gulden vroeg. Meer inwoners raakten hun paard kwijt. De weduwe Jan Philipsen van Bedaff verloor haver die nog op het veld stond, samen met inboedel en gaf de soldaten kost en drank. Martten vande Corputh, de weduwe Cornelis vander Linde, Cornelis Tuijtelaers en Hendrick Dielis Janssen hadden allemaal schade aan hun veltvruchtenStadhouder van Heijst declareerde 65 gulden en 19 stuivers vanwege verteringen in zijn huis gedaan door de Franse soldaten en het paard dat ze met zich mee genomen hadden.

Al met al leden ook de inwoners van Baarle Nassau onder de gevolgen van de militaire activiteit van zowel de Fransen als de eigen troepen. Deze legers leefde van het land waar ze doorheen trokken of verbleven. Daar was geen ontkomen aan. Ondanks compensatie via verlaagde belastingen of andere vergoedingen bleef er onder de streep minder geld over voor de eigen inwoners.

In deze serie:

Reageren

Contact en informatie
sluit Hulp nodig?
We helpen je graag van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 16:00 en van 19:00 tot 22:00 uur via chat.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag wel stellen via een e-mail naar info@regionaalarchieftilburg.nl.

sluit Online op dit moment
chatOnline -
Stel een vraag