Door een van onze vaste bezoekers werd tijdens het doornemen van gemaallijsten uit Alphen een leuke vondst gedaan. Op de achterzijde van een kladlijst stond een schrijfoefening van een klerk.
De opmerkelijke tekst luidt:
Looft godt altoos u mijn alderliefste ick ben krachtelijck sonder eenich recht oft reden verwonnen door u uijtnemende schoonheijt ende sechbaer wesen u goedertieren bloemen ende schoon gordinne der maechde ghij moet wel weten dat ick om uwen twillen grooten druck ende benoutheijt
Maar er is nog een schrijfoefening bewaard gebleven uit die tijd in de zelfde map van waarschijnlijk dezelfde klerk
Mijn lieve ende weerdinghe vrindinne Ick heb onlanckx verstaen datter niet costerlijcker en is voor een dochter van haar maechdelijcke suijverheit diemen nochtans lichtekijck krencken niet alleen met wercken maer wordt gekrenckt met ooneerlijcke woord den ende met oneerlijcken
Het lijkt erop dat de schrijver van de teksten wel iemand voor ogen had toen hij deze teksten in 1662 schreef.
Wie de klerk was? Dat is niet meer te achterhalen. En ook op de vraag of deze lentekriebels een "Happy End" hebben gehad moeten wij het antwoord schuldig blijven.
(Archief 2100, Dorpsbestuur Alphen. Inventarisnummer 619)
Dank aan Astrid en Wim voor het transcriberen