008335 - Litho. Scène van herberg de Gekroonde Zwaan Heuvel(later de Gouden Zwaan), 1669. Tobias Morello en Jacob Weijerman in Dendermonde. Morello, T .MR. J.I.D. Nepveu schreef vanaf 1840 verhalen in het blad Aurora. Het eerste verhaal in de bundel, Tobias Morello(1669-1674), dat hij in 1840 schreef, gaat over Lijs de Saint Mourel, de partisane die haar bewogen carrière in Tilburg is begonnen. Een geval van travestie om bestwil. Het verhaal begint in 1669 op de Heuvel. Daar stond tegenover de lindeboom herberg De Gekroonde Zwaan (waar later hotel 'De Gouden Zwaan' van H.B. Hegeman heeft gestaan; thans Burger King op de hoek van de Zwaanstraat). Kastellein was weduwnaar Cornelis Weijerman, die daar met zijn zoon Jacop en het kamermeisje Lieske of Lijs de Saint Mourel woonde. Zij was de dochter van Ludovic de Saint Mourel, een Fransman die in Oisterwijk woonde. En dan, in een novembernacht van 1669, speelt zich in de herberg een drama af. Een Franse zakenman wil in de herber overnachten, valt voor de charmes van de Franssprekende Lieske en probeert haar onder valse voorwendels mee te nemen naar Frankrijk, waar hij haar zogenaamd naar haar rijke familie zou terugbrengen. In een poging om haar 's nachts te schaken, wordt hij door een ongelukkige val aan zijn eigen degen geregen: hij zakt `stervend´in elkaar. Ee andere, minder romantische versie van het verhaal, vertelt dat zij èen Tilburger die haar vastgreep, met een mes, dat zij steeds bij zich in de gordel droeg´neerstak. Hoe dan ook, Lieske voelt zich schuldig aan moord en vlucht op aanraden van Weijerman naar Hilvarenbeek. Daar wist zij mannenkleren te bemachtigen en zo als jongen verkleed de grens over te steken. In het Vlaamse Dendermonde liet zij zich als trommelslager in Spaanse dienst werven onder de naam Tobias de Mourel, wat later verspaanst werd tot Morello. Zo gin zij jaren door het leven als man en nam zelfs deel aan de guerrillastrijd tegen de Fransen in 1672. De 17-jarige Tobias werd bevorderd tot vaandrig en kreeg het bevel over een halve compagnie. Bij toeval ontmoette zij ook Jacob Weijerman, die als lijfknecht in dienst was van een zekere Van Zuylenstein. In 1673 werd hij bij de verovering van Bonn gewond door een schot in de borst. Toen ontdekte men dat vaandrig Tobias Morello een vrouw was en dat betekende het einde van een roemruchtige carrière in het leger. Iedereen sprak over de stoumoedige amazone, en een jaar later werd zij zelfs door stadhouder prins Willem III van Oranje in zijn hoofdkwartier te Breda ontboden. Met een jaargeld van 200 gulden stichtte zij op de Grote Markt aldaar een herberg. Daar is zij ten slotte met de eens afgewezen Tilburger Jacob Weijerman getrouwd. Uit dit huwelijk is Jacob Campo Weijerman geboren (1677-1747), over wiens opvallende levenswijze in 1756 door Franciscus Lievens Kersteman het boek Zeldzame Levens-Gevallen van J.C. Weyerman('s-Gravenhage, uitg. Pieter van Os) verscheen. Uit het Aanhangzel bij dit boek, dat in de tweede druk van 1763 werd opgenomen,blijkt overduidelijk dat Nepveu zijn verhaal hieruit gehaald moet hebben. Alle eer komt Franciscus Lievens Kersteman (1728-1792) toe. Deze schreef overigens over een ander geval van travestie, dat hij tijdens zijn verblijf als vaandrig in Breda meemaakte, het boek De Bredasche heldinne (1751). - Foto's & Kaarten

Litho. Scène van herberg de Gekroonde Zwaan Heuvel(later de Gouden Zwaan), 1669. Tobias Morello en Jacob Weijerman in Dendermonde. Morello, T .MR. J.I.D. Nepveu schreef vanaf 1840 verhalen in het blad Aurora. Het eerste verhaal in de bundel, Tobias Morello(1669-1674), dat hij in 1840 schreef, gaat over Lijs de Saint Mourel, de partisane die haar bewogen carrière in Tilburg is begonnen. Een geval van travestie om bestwil. Het verhaal begint in 1669 op de Heuvel. Daar stond tegenover de lindeboom herberg De Gekroonde Zwaan (waar later hotel 'De Gouden Zwaan' van H.B. Hegeman heeft gestaan; thans Burger King op de hoek van de Zwaanstraat). Kastellein was weduwnaar Cornelis Weijerman, die daar met zijn zoon Jacop en het kamermeisje Lieske of Lijs de Saint Mourel woonde. Zij was de dochter van Ludovic de Saint Mourel, een Fransman die in Oisterwijk woonde. En dan, in een novembernacht van 1669, speelt zich in de herberg een drama af. Een Franse zakenman wil in de herber overnachten, valt voor de charmes van de Franssprekende Lieske en probeert haar onder valse voorwendels mee te nemen naar Frankrijk, waar hij haar zogenaamd naar haar rijke familie zou terugbrengen. In een poging om haar 's nachts te schaken, wordt hij door een ongelukkige val aan zijn eigen degen geregen: hij zakt `stervend´in elkaar. Ee andere, minder romantische versie van het verhaal, vertelt dat zij èen Tilburger die haar vastgreep, met een mes, dat zij steeds bij zich in de gordel droeg´neerstak. Hoe dan ook, Lieske voelt zich schuldig aan moord en vlucht op aanraden van Weijerman naar Hilvarenbeek. Daar wist zij mannenkleren te bemachtigen en zo als jongen verkleed de grens over te steken. In het Vlaamse Dendermonde liet zij zich als trommelslager in Spaanse dienst werven onder de naam Tobias de Mourel, wat later verspaanst werd tot Morello. Zo gin zij jaren door het leven als man en nam zelfs deel aan de guerrillastrijd tegen de Fransen in 1672. De 17-jarige Tobias werd bevorderd tot vaandrig en kreeg het bevel over een halve compagnie. Bij toeval ontmoette zij ook Jacob Weijerman, die als lijfknecht in dienst was van een zekere Van Zuylenstein. In 1673 werd hij bij de verovering van Bonn gewond door een schot in de borst. Toen ontdekte men dat vaandrig Tobias Morello een vrouw was en dat betekende het einde van een roemruchtige carrière in het leger. Iedereen sprak over de stoumoedige amazone, en een jaar later werd zij zelfs door stadhouder prins Willem III van Oranje in zijn hoofdkwartier te Breda ontboden. Met een jaargeld van 200 gulden stichtte zij op de Grote Markt aldaar een herberg. Daar is zij ten slotte met de eens afgewezen Tilburger Jacob Weijerman getrouwd. Uit dit huwelijk is Jacob Campo Weijerman geboren (1677-1747), over wiens opvallende levenswijze in 1756 door Franciscus Lievens Kersteman het boek Zeldzame Levens-Gevallen van J.C. Weyerman('s-Gravenhage, uitg. Pieter van Os) verscheen. Uit het Aanhangzel bij dit boek, dat in de tweede druk van 1763 werd opgenomen,blijkt overduidelijk dat Nepveu zijn verhaal hieruit gehaald moet hebben. Alle eer komt Franciscus Lievens Kersteman (1728-1792) toe. Deze schreef overigens over een ander geval van travestie, dat hij tijdens zijn verblijf als vaandrig in Breda meemaakte, het boek De Bredasche heldinne (1751).

DownloadbaarJa
Fotonummer["008335"]
Plaats(en)Tilburg
Datering vanaf1852
Uiterlijke vormprent
Uitgebreide omschrijvingLitho. Scène van herberg de Gekroonde Zwaan Heuvel(later de Gouden Zwaan), 1669. Tobias Morello en Jacob Weijerman in Dendermonde. Morello, T .MR. J.I.D. Nepveu schreef vanaf 1840 verhalen in het blad Aurora. Het eerste verhaal in de bundel, Tobias Morello(1669-1674), dat hij in 1840 schreef, gaat over Lijs de Saint Mourel, de partisane die haar bewogen carrière in Tilburg is begonnen. Een geval van travestie om bestwil. Het verhaal begint in 1669 op de Heuvel. Daar stond tegenover de lindeboom herberg De Gekroonde Zwaan (waar later hotel 'De Gouden Zwaan' van H.B. Hegeman heeft gestaan; thans Burger King op de hoek van de Zwaanstraat). Kastellein was weduwnaar Cornelis Weijerman, die daar met zijn zoon Jacop en het kamermeisje Lieske of Lijs de Saint Mourel woonde. Zij was de dochter van Ludovic de Saint Mourel, een Fransman die in Oisterwijk woonde. En dan, in een novembernacht van 1669, speelt zich in de herberg een drama af. Een Franse zakenman wil in de herber overnachten, valt voor de charmes van de Franssprekende Lieske en probeert haar onder valse voorwendels mee te nemen naar Frankrijk, waar hij haar zogenaamd naar haar rijke familie zou terugbrengen. In een poging om haar 's nachts te schaken, wordt hij door een ongelukkige val aan zijn eigen degen geregen: hij zakt `stervend´in elkaar. Ee andere, minder romantische versie van het verhaal, vertelt dat zij èen Tilburger die haar vastgreep, met een mes, dat zij steeds bij zich in de gordel droeg´neerstak. Hoe dan ook, Lieske voelt zich schuldig aan moord en vlucht op aanraden van Weijerman naar Hilvarenbeek. Daar wist zij mannenkleren te bemachtigen en zo als jongen verkleed de grens over te steken. In het Vlaamse Dendermonde liet zij zich als trommelslager in Spaanse dienst werven onder de naam Tobias de Mourel, wat later verspaanst werd tot Morello. Zo gin zij jaren door het leven als man en nam zelfs deel aan de guerrillastrijd tegen de Fransen in 1672. De 17-jarige Tobias werd bevorderd tot vaandrig en kreeg het bevel over een halve compagnie. Bij toeval ontmoette zij ook Jacob Weijerman, die als lijfknecht in dienst was van een zekere Van Zuylenstein. In 1673 werd hij bij de verovering van Bonn gewond door een schot in de borst. Toen ontdekte men dat vaandrig Tobias Morello een vrouw was en dat betekende het einde van een roemruchtige carrière in het leger. Iedereen sprak over de stoumoedige amazone, en een jaar later werd zij zelfs door stadhouder prins Willem III van Oranje in zijn hoofdkwartier te Breda ontboden. Met een jaargeld van 200 gulden stichtte zij op de Grote Markt aldaar een herberg. Daar is zij ten slotte met de eens afgewezen Tilburger Jacob Weijerman getrouwd. Uit dit huwelijk is Jacob Campo Weijerman geboren (1677-1747), over wiens opvallende levenswijze in 1756 door Franciscus Lievens Kersteman het boek Zeldzame Levens-Gevallen van J.C. Weyerman('s-Gravenhage, uitg. Pieter van Os) verscheen. Uit het Aanhangzel bij dit boek, dat in de tweede druk van 1763 werd opgenomen,blijkt overduidelijk dat Nepveu zijn verhaal hieruit gehaald moet hebben. Alle eer komt Franciscus Lievens Kersteman (1728-1792) toe. Deze schreef overigens over een ander geval van travestie, dat hij tijdens zijn verblijf als vaandrig in Breda meemaakte, het boek De Bredasche heldinne (1751).
AnnotatieMr J.S.W. Nepven, Studie en uitspanning. Verzamelde verhalen. Utrecht 1852 p.1-80: Tobias Morello (1669-1674) ."De Paap" 1992, pagina 119.
Datum

008335 - Litho. Scène van herberg de Gekroonde Zwaan Heuvel(later de Gouden Zwaan), 1669. Tobias Morello en Jacob Weijerman in Dendermonde. Morello, T .MR. J.I.D. Nepveu schreef vanaf 1840 verhalen in het blad Aurora. Het eerste verhaal in de bundel, Tobias Morello(1669-1674), dat hij in 1840 schreef, gaat over Lijs de Saint Mourel, de partisane die haar bewogen carrière in Tilburg is begonnen. Een geval van travestie om bestwil. Het verhaal begint in 1669 op de Heuvel. Daar stond tegenover de lindeboom herberg De Gekroonde Zwaan (waar later hotel 'De Gouden Zwaan' van H.B. Hegeman heeft gestaan; thans Burger King op de hoek van de Zwaanstraat). Kastellein was weduwnaar Cornelis Weijerman, die daar met zijn zoon Jacop en het kamermeisje Lieske of Lijs de Saint Mourel woonde. Zij was de dochter van Ludovic de Saint Mourel, een Fransman die in Oisterwijk woonde. En dan, in een novembernacht van 1669, speelt zich in de herberg een drama af. Een Franse zakenman wil in de herber overnachten, valt voor de charmes van de Franssprekende Lieske en probeert haar onder valse voorwendels mee te nemen naar Frankrijk, waar hij haar zogenaamd naar haar rijke familie zou terugbrengen. In een poging om haar 's nachts te schaken, wordt hij door een ongelukkige val aan zijn eigen degen geregen: hij zakt `stervend´in elkaar. Ee andere, minder romantische versie van het verhaal, vertelt dat zij èen Tilburger die haar vastgreep, met een mes, dat zij steeds bij zich in de gordel droeg´neerstak. Hoe dan ook, Lieske voelt zich schuldig aan moord en vlucht op aanraden van Weijerman naar Hilvarenbeek. Daar wist zij mannenkleren te bemachtigen en zo als jongen verkleed de grens over te steken. In het Vlaamse Dendermonde liet zij zich als trommelslager in Spaanse dienst werven onder de naam Tobias de Mourel, wat later verspaanst werd tot Morello. Zo gin zij jaren door het leven als man en nam zelfs deel aan de guerrillastrijd tegen de Fransen in 1672. De 17-jarige Tobias werd bevorderd tot vaandrig en kreeg het bevel over een halve compagnie. Bij toeval ontmoette zij ook Jacob Weijerman, die als lijfknecht in dienst was van een zekere Van Zuylenstein. In 1673 werd hij bij de verovering van Bonn gewond door een schot in de borst. Toen ontdekte men dat vaandrig Tobias Morello een vrouw was en dat betekende het einde van een roemruchtige carrière in het leger. Iedereen sprak over de stoumoedige amazone, en een jaar later werd zij zelfs door stadhouder prins Willem III van Oranje in zijn hoofdkwartier te Breda ontboden. Met een jaargeld van 200 gulden stichtte zij op de Grote Markt aldaar een herberg. Daar is zij ten slotte met de eens afgewezen Tilburger Jacob Weijerman getrouwd. Uit dit huwelijk is Jacob Campo Weijerman geboren (1677-1747), over wiens opvallende levenswijze in 1756 door Franciscus Lievens Kersteman het boek Zeldzame Levens-Gevallen van J.C. Weyerman('s-Gravenhage, uitg. Pieter van Os) verscheen. Uit het Aanhangzel bij dit boek, dat in de tweede druk van 1763 werd opgenomen,blijkt overduidelijk dat Nepveu zijn verhaal hieruit gehaald moet hebben. Alle eer komt Franciscus Lievens Kersteman (1728-1792) toe. Deze schreef overigens over een ander geval van travestie, dat hij tijdens zijn verblijf als vaandrig in Breda meemaakte, het boek De Bredasche heldinne (1751).
Contact en informatie
sluit Hulp nodig?
We helpen je graag van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 16:00 en van 19:00 tot 22:00 uur via chat.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag wel stellen via een e-mail naar info@regionaalarchieftilburg.nl.

sluit Online op dit moment
chatOnline -
Stel een vraag