Ouderlijk huis in de Jan Aartestraat
Het zal je maar gebeuren, je bent pas negen jaar oud en je huis wordt beschoten. Na het bombardement is er niets maar dan ook niets over van je ouderlijk huis, waar je samen met al je broers, zussen en ouders woont.
Het overkwam de nu 84 jarige Jettie Vriens uit Tilburg tijdens de bevrijding van Tilburg op 27 oktober 1944. De herinnering is haarscherp in haar geheugen gegrift. Haar oorlogsherinneringen beginnen al wanneer ze vijf is bij het begin van de oorlog:
We zaten met het hele gezin juist aan tafel. Ik, mijn ouders, mijn 7 zusjes en 2 broers. Ik, jongste van het gezin was toen 5,5 jaar jong. Zoals mag worden verondersteld waren ook mijn ouders bekend met de dreiging van een oorlog. Plots ging het luchtalarm af en wij moesten van vader naar de kelder. Die bevond zich in de keuken en via een luik in de vloer kwam je in een vrij kleine ruimte. We hoorden voortdurend gebrom van vliegtuigen. Ik was nog te klein om angstig te zijn. Maar dat zal voor mijn ouders en de wat oudere zusjes zeker zo niet geweest zijn. Ik weet niet hoe lang we toen in de kelder zijn gebleven, in ieder geval tot het luchtalarm "veilig" aangaf. Eenmaal weer boven gingen we alsnog aan tafel. Ik keek als kind mijn ogen uit toen ik al dat vlees met gestolde jus op al die borden zag. Dat had ik nog nooit gezien en dat staat nu nog op mijn netvlies.
Geheugen van Tilburg.
Niets maar dan ook niets meer
Het gezin Vriens, vader was boekhouder bij de BEKA, was letterlijk alles kwijt toen hun huis in van Jan Aartestraat nr. 44 werd getroffen door granaten. De gezinsleden overleefden in de schuilkelder. Al spoedig vonden ze huisvesting in een leeggekomen woning op nummer 58. Maar aan alles was te kort, kleren en lakens om een voorbeeld te noemen.
Verrassingspakket uit Amerika
Op een dag arriveert in dat lege en nieuwe huis een verrassingspakket (kleren, speeltjes, snoepjes) mede bestemd voor dat kleine meisje. Een meisje dat tijdens de oorlog ook veel honger heeft gehad.
Er zitten zelfs kleren in, die haar passen, een geel truitje, een rood truitje, het zit allemaal als gegoten. Ze voelt zich als een prinses. Nu na al die vele jaren weet ze nog steeds niet wie het Japans/Amerikaanse meisje was die de kaart aan haar heeft gestuurd.
We vermoeden dat de kaart bij het hulppakket uit Amerika is gestuurd. Voorop staat een afbeelding van een pagode in het Uneo park te Tokyo met een bloeiende kersenboom. De tekst is in het Engels. De briefkaart heeft de tand des tijds niet geheel doorstaan.
Na al die jaren komt de briefkaart in het Archief te berusten.