
In de nieuwsbrief van
Heemkundekring Tilborch stond de oproep van geograaf Dick Rozing om mee te doen aan de inventarisatie van Indische buurten in Nederland. In eerste instantie werd gedacht dat Tilburg die geen kent. Wie echter de omschrijving leest volgens het projectteam van Rozing, zal zien dat er in Tilburg maar liefst drie Indische buurten zijn.
Op de
website Indische buurten lezen we de volgende omschrijving: 'Veel Nederlandse plaatsen hebben straatnamen die verwijzen naar Nederlands-Indië, Suriname of de Antillen. Verwijzingen naar (delen van) eilanden, plaatsen (Batavia, Paramaribo), rivieren, bergen en vulkanen, samenvattende namen (zoals Insulinde) en namen van personen, zoals gouverneurs-generaal (bijvoorbeeld Pieter Both of J.P. Coen). Indische buurten hebben niet veel te maken met de vestigingsplaatsen van Indische Nederlanders na de repatriëring, of de komst van Surinamers na de onafhankelijkheid. De buurten zijn veelal eerder ontstaan; aan het eind van de negentiende eeuw, toen het benamen van straten een officiële aangelegenheid werd. Er werden namen gekozen waaruit de trots op het land naar voren kwam. Ervan uitgaande dat drie onderling verbonden straten met verwijzing naar voormalig Nederlands Oost- en West-Indië een ‘Indische buurt’ genoemd kan worden, kennen maar liefst
49 plaatsen een Indische buurt.'

Vanuit Tilburg nam Petra Robben, met behulp van Rob van Putten, het initiatief op om de drie buurten te beschrijven. Als eerste kent Tilburg de buurt van de West-Indische eilanden, de (voormalige) Curaçaobuurt met namen als
Surinamestraat en
Antillenplein. De tweede is de Indische buurt, waarin onder andere
Bataviastraat,
Floresstraat en
Insulindeplein. Als derde zijn er in de wijk Armhoefse Akkers straatnamen die verwijzen naar Oost-Indische gouverneurs-generaal als
J.P. Coenstraat en
Van Heustzstraat.

Tilburg wijkt blijkbaar af van de andere steden in Nederland. Eind negentiende eeuw kende Tilburg nog geen Indische buurten. De straten dateren van de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw. In 1930 kwamen de
Curaçaostraat,
Bonairestraat en
Arubastraat tot stand. Deze buurt, gelegen aan de latere ‘ceintuurbaan’ en Ringbaan-Noord, was bedoeld voor de laagste klassen van de Tilburgse bevolking. Eerder dan de Curaçaobuurt werd ten oosten van de stad langs de geprojecteerde Ringbaan-Oost vanaf de jaren 1922 de Indische buurt aangelegd. Tot de eerste straten behoorden onder andere de
Billitonstraat,
Bankastraat en
Borneostraat. De derde Tilburgse Indische buurt, was de woonwijk Armhoefse Akkers die met een weldoordacht stratenplan in de periode 1917-1940 werd gevormd.

Een deel van deze buurt, die van de O.I. gouverneurs-generaal, kan als beste van de drie Indische buurten worden beschouwd. Ook in deze wijk woonden arbeiders, maar hun woningen waren in tegenstelling tot die van de Curaçaobuurt kwalitatief goed te noemen.
Het project Indische buurten omvat
drie onderdelen: een boek, een website en educatief materiaal. Het boek, waarin Tilburg wordt beschreven, komt in mei 2016 uit. Nog een jaartje wachten dus.