003990 - Ondernemer en publicist Arnold Leon Armand (roepnaam: Armand) DIEPEN (Tilburg 1846-1895) ontving zijn opleiding aan het jezuïetencollege te Katwijk aan Zee. Aanvankelijk leek voor bem een carrière als wetenschapper in het verschiet te liggen. Maar in 1870 werd hij vennoot van de nieuw opgerichte firma Gebroeders Diepen. Net als zijn vader Jan was hij een veelzijdig man en heeft hij zich niet beperkt tot het ondernemerschap. 'Zijne toewijding aan de bron van Tilburg's welvaart strekte zich uit over alles en allen', schreef men bij zijn overlijden. Deze toewijding leidde tot deelname aan het maatschappelijk leven in woord en daad. Zo richtte hij in 1888 samen met enkele collega-industriëlen het Tilburgsch Algemeen Verzekeringsfonds voor Werklieden op, waarvan hij de eerste voorzitter werd. Korte tijd was hij bestuurslid en voorzitter van de Tilburgse Kamer van Koophandel (1891-1892). Maar landelijke bekendheid verkreeg hij door zijn boeken en artikelen over handelspolitiek, arbeidsvraagstukken en arbeidswetten. Zijn belangrijkste boeken zijn: 'De jongste uitingen van het anti-protectionisme in Nederland' (1889) en 'De waarde en de waarde van den handenarbeid' (1895). Uit zijn geschriften kwam Armand Diepen naar voren als een nuchtere, realistische practicus, intelligent, scherpzinnig, maar vooral met beide benen op de grond staande: hij keek van zijn schrijftafel zo de fabriek in en dat voorkwam al te grote theoretische buitelingen. Zijn ondernemerschap en schrijverschap zijn niet los van elkaar te zien. De aanleiding om te gaan schrijven lag in het feit dat hij leiding gaf aan een vooraanstaand bedrijf. Hij begon te publiceren in een tijd van malaise. Diepen droeg oplossingen aan voor de problemen en onderhield levendige contacten met coryfeeën van het economisch en katholiek sociaal denken in Nederland. Dat is des te opmerkelijker, omdat hij geen specialist was op die terreinen. Hij wist dat hij als autodidact in theoretisch opzicht de mindere was van de deskundigen, maar hun meerdere in zijn kijk op de werkelijkheid. En die werkelijkheid was voor hem zijn bedrijf, de wolindustrie en het nationale economisch leven. Voor hun belangen heeft hij zich figuurlijk, en vermoedelijk ook letterlijk, doodgezwoegd. Armand Diepen was een fel tegenstander van de vrijhandelspolitiek van de regering. Volgens hem kon de economie alleen gered worden door een protectionistisch beleid. Zijn biograaf Van den Dam is van mening dat Diepen het gelijk meer aan zijn zijde had dan zijn liberale opponenten. Hij noemt hem 'eerste Nederlandse economische denker van katholieken huize'. Hij was Ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw. In het Geuldal bij Valkenburg kocht hij rond 1892 villa Alpha aan aan de Plenkertstraat als zomerverblijf. Vanwege zijn slechte gezondheid prefereert hij een verblijf in Valkenburg, bekend om zijn natuurschoon en direct in de nabijheid liggend van het eeuwenoude kuuroord Aken. Hij liet in het bosgebied dat hij had gekocht, in 1892 en 1893 wandelwegen aanleggen en zo ontstonden het 'Rotspark' en het Polferbos. Ook liet hij er een restaurant bouwen. Na zijn dood, op 23 februari 1895, hebben zijn weduwe Léonie Diepen-Bareel en vooral zijn zoon Jan Diepen daar nog twee bijzondere attracties laten aanleggen, de nabootsing van de Romeinse catacomben in 1910 en het Openluchttheater in 1916. De toegangsweg vanaf de Cauberg tot het Rotspark heet nog steeds Armand Diepenweg. Armand Diepen werd in 1889 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij werd begraven op het kerkhof van Korvel. - Foto's & Kaarten

Ondernemer en publicist Arnold Leon Armand (roepnaam: Armand) DIEPEN (Tilburg 1846-1895) ontving zijn opleiding aan het jezuïetencollege te Katwijk aan Zee. Aanvankelijk leek voor bem een carrière als wetenschapper in het verschiet te liggen. Maar in 1870 werd hij vennoot van de nieuw opgerichte firma Gebroeders Diepen. Net als zijn vader Jan was hij een veelzijdig man en heeft hij zich niet beperkt tot het ondernemerschap. 'Zijne toewijding aan de bron van Tilburg's welvaart strekte zich uit over alles en allen', schreef men bij zijn overlijden. Deze toewijding leidde tot deelname aan het maatschappelijk leven in woord en daad. Zo richtte hij in 1888 samen met enkele collega-industriëlen het Tilburgsch Algemeen Verzekeringsfonds voor Werklieden op, waarvan hij de eerste voorzitter werd. Korte tijd was hij bestuurslid en voorzitter van de Tilburgse Kamer van Koophandel (1891-1892). Maar landelijke bekendheid verkreeg hij door zijn boeken en artikelen over handelspolitiek, arbeidsvraagstukken en arbeidswetten. Zijn belangrijkste boeken zijn: 'De jongste uitingen van het anti-protectionisme in Nederland' (1889) en 'De waarde en de waarde van den handenarbeid' (1895). Uit zijn geschriften kwam Armand Diepen naar voren als een nuchtere, realistische practicus, intelligent, scherpzinnig, maar vooral met beide benen op de grond staande: hij keek van zijn schrijftafel zo de fabriek in en dat voorkwam al te grote theoretische buitelingen. Zijn ondernemerschap en schrijverschap zijn niet los van elkaar te zien. De aanleiding om te gaan schrijven lag in het feit dat hij leiding gaf aan een vooraanstaand bedrijf. Hij begon te publiceren in een tijd van malaise. Diepen droeg oplossingen aan voor de problemen en onderhield levendige contacten met coryfeeën van het economisch en katholiek sociaal denken in Nederland. Dat is des te opmerkelijker, omdat hij geen specialist was op die terreinen. Hij wist dat hij als autodidact in theoretisch opzicht de mindere was van de deskundigen, maar hun meerdere in zijn kijk op de werkelijkheid. En die werkelijkheid was voor hem zijn bedrijf, de wolindustrie en het nationale economisch leven. Voor hun belangen heeft hij zich figuurlijk, en vermoedelijk ook letterlijk, doodgezwoegd. Armand Diepen was een fel tegenstander van de vrijhandelspolitiek van de regering. Volgens hem kon de economie alleen gered worden door een protectionistisch beleid. Zijn biograaf Van den Dam is van mening dat Diepen het gelijk meer aan zijn zijde had dan zijn liberale opponenten. Hij noemt hem 'eerste Nederlandse economische denker van katholieken huize'. Hij was Ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw. In het Geuldal bij Valkenburg kocht hij rond 1892 villa Alpha aan aan de Plenkertstraat als zomerverblijf. Vanwege zijn slechte gezondheid prefereert hij een verblijf in Valkenburg, bekend om zijn natuurschoon en direct in de nabijheid liggend van het eeuwenoude kuuroord Aken. Hij liet in het bosgebied dat hij had gekocht, in 1892 en 1893 wandelwegen aanleggen en zo ontstonden het 'Rotspark' en het Polferbos. Ook liet hij er een restaurant bouwen. Na zijn dood, op 23 februari 1895, hebben zijn weduwe Léonie Diepen-Bareel en vooral zijn zoon Jan Diepen daar nog twee bijzondere attracties laten aanleggen, de nabootsing van de Romeinse catacomben in 1910 en het Openluchttheater in 1916. De toegangsweg vanaf de Cauberg tot het Rotspark heet nog steeds Armand Diepenweg. Armand Diepen werd in 1889 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij werd begraven op het kerkhof van Korvel.

DownloadbaarJa
Fotonummer["003990"]
Plaats(en)Tilburg
Datering vanaf1893
Uiterlijke vormfoto
Uitgebreide omschrijvingOndernemer en publicist Arnold Leon Armand (roepnaam: Armand) DIEPEN (Tilburg 1846-1895) ontving zijn opleiding aan het jezuïetencollege te Katwijk aan Zee. Aanvankelijk leek voor bem een carrière als wetenschapper in het verschiet te liggen. Maar in 1870 werd hij vennoot van de nieuw opgerichte firma Gebroeders Diepen. Net als zijn vader Jan was hij een veelzijdig man en heeft hij zich niet beperkt tot het ondernemerschap. 'Zijne toewijding aan de bron van Tilburg's welvaart strekte zich uit over alles en allen', schreef men bij zijn overlijden. Deze toewijding leidde tot deelname aan het maatschappelijk leven in woord en daad. Zo richtte hij in 1888 samen met enkele collega-industriëlen het Tilburgsch Algemeen Verzekeringsfonds voor Werklieden op, waarvan hij de eerste voorzitter werd. Korte tijd was hij bestuurslid en voorzitter van de Tilburgse Kamer van Koophandel (1891-1892). Maar landelijke bekendheid verkreeg hij door zijn boeken en artikelen over handelspolitiek, arbeidsvraagstukken en arbeidswetten. Zijn belangrijkste boeken zijn: 'De jongste uitingen van het anti-protectionisme in Nederland' (1889) en 'De waarde en de waarde van den handenarbeid' (1895). Uit zijn geschriften kwam Armand Diepen naar voren als een nuchtere, realistische practicus, intelligent, scherpzinnig, maar vooral met beide benen op de grond staande: hij keek van zijn schrijftafel zo de fabriek in en dat voorkwam al te grote theoretische buitelingen. Zijn ondernemerschap en schrijverschap zijn niet los van elkaar te zien. De aanleiding om te gaan schrijven lag in het feit dat hij leiding gaf aan een vooraanstaand bedrijf. Hij begon te publiceren in een tijd van malaise. Diepen droeg oplossingen aan voor de problemen en onderhield levendige contacten met coryfeeën van het economisch en katholiek sociaal denken in Nederland. Dat is des te opmerkelijker, omdat hij geen specialist was op die terreinen. Hij wist dat hij als autodidact in theoretisch opzicht de mindere was van de deskundigen, maar hun meerdere in zijn kijk op de werkelijkheid. En die werkelijkheid was voor hem zijn bedrijf, de wolindustrie en het nationale economisch leven. Voor hun belangen heeft hij zich figuurlijk, en vermoedelijk ook letterlijk, doodgezwoegd. Armand Diepen was een fel tegenstander van de vrijhandelspolitiek van de regering. Volgens hem kon de economie alleen gered worden door een protectionistisch beleid. Zijn biograaf Van den Dam is van mening dat Diepen het gelijk meer aan zijn zijde had dan zijn liberale opponenten. Hij noemt hem 'eerste Nederlandse economische denker van katholieken huize'. Hij was Ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw. In het Geuldal bij Valkenburg kocht hij rond 1892 villa Alpha aan aan de Plenkertstraat als zomerverblijf. Vanwege zijn slechte gezondheid prefereert hij een verblijf in Valkenburg, bekend om zijn natuurschoon en direct in de nabijheid liggend van het eeuwenoude kuuroord Aken. Hij liet in het bosgebied dat hij had gekocht, in 1892 en 1893 wandelwegen aanleggen en zo ontstonden het 'Rotspark' en het Polferbos. Ook liet hij er een restaurant bouwen. Na zijn dood, op 23 februari 1895, hebben zijn weduwe Léonie Diepen-Bareel en vooral zijn zoon Jan Diepen daar nog twee bijzondere attracties laten aanleggen, de nabootsing van de Romeinse catacomben in 1910 en het Openluchttheater in 1916. De toegangsweg vanaf de Cauberg tot het Rotspark heet nog steeds Armand Diepenweg. Armand Diepen werd in 1889 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij werd begraven op het kerkhof van Korvel.
Annotatiedr. Cock Gorisse, hoofdred., Tilburg, stad met een levend verleden. Regionaal Historisch Archief Tilburg, 2001, p. 299; Dr. B. Dijksterhuis, Een industrieel geslacht 1808-1908, Tilburg, 1908, p. 52-66; dr. J.P.A. van den Dam, Arnold Leon Armand Diepen 1846-1895, Proefschrift Tilburg, 1966; Ronald Peeters, De straten van Tilburg, Tilburg, 1987, p. 54-55.
Datum

003990 - Ondernemer en publicist Arnold Leon Armand (roepnaam: Armand) DIEPEN (Tilburg 1846-1895) ontving zijn opleiding aan het jezuïetencollege te Katwijk aan Zee. Aanvankelijk leek voor bem een carrière als wetenschapper in het verschiet te liggen. Maar in 1870 werd hij vennoot van de nieuw opgerichte firma Gebroeders Diepen. Net als zijn vader Jan was hij een veelzijdig man en heeft hij zich niet beperkt tot het ondernemerschap. 'Zijne toewijding aan de bron van Tilburg's welvaart strekte zich uit over alles en allen', schreef men bij zijn overlijden. Deze toewijding leidde tot deelname aan het maatschappelijk leven in woord en daad. Zo richtte hij in 1888 samen met enkele collega-industriëlen het Tilburgsch Algemeen Verzekeringsfonds voor Werklieden op, waarvan hij de eerste voorzitter werd. Korte tijd was hij bestuurslid en voorzitter van de Tilburgse Kamer van Koophandel (1891-1892). Maar landelijke bekendheid verkreeg hij door zijn boeken en artikelen over handelspolitiek, arbeidsvraagstukken en arbeidswetten. Zijn belangrijkste boeken zijn: 'De jongste uitingen van het anti-protectionisme in Nederland' (1889) en 'De waarde en de waarde van den handenarbeid' (1895). Uit zijn geschriften kwam Armand Diepen naar voren als een nuchtere, realistische practicus, intelligent, scherpzinnig, maar vooral met beide benen op de grond staande: hij keek van zijn schrijftafel zo de fabriek in en dat voorkwam al te grote theoretische buitelingen. Zijn ondernemerschap en schrijverschap zijn niet los van elkaar te zien. De aanleiding om te gaan schrijven lag in het feit dat hij leiding gaf aan een vooraanstaand bedrijf. Hij begon te publiceren in een tijd van malaise. Diepen droeg oplossingen aan voor de problemen en onderhield levendige contacten met coryfeeën van het economisch en katholiek sociaal denken in Nederland. Dat is des te opmerkelijker, omdat hij geen specialist was op die terreinen. Hij wist dat hij als autodidact in theoretisch opzicht de mindere was van de deskundigen, maar hun meerdere in zijn kijk op de werkelijkheid. En die werkelijkheid was voor hem zijn bedrijf, de wolindustrie en het nationale economisch leven. Voor hun belangen heeft hij zich figuurlijk, en vermoedelijk ook letterlijk, doodgezwoegd. Armand Diepen was een fel tegenstander van de vrijhandelspolitiek van de regering. Volgens hem kon de economie alleen gered worden door een protectionistisch beleid. Zijn biograaf Van den Dam is van mening dat Diepen het gelijk meer aan zijn zijde had dan zijn liberale opponenten. Hij noemt hem 'eerste Nederlandse economische denker van katholieken huize'. Hij was Ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw.   In het Geuldal bij Valkenburg kocht hij rond 1892 villa Alpha aan aan de Plenkertstraat als zomerverblijf. Vanwege zijn slechte gezondheid prefereert hij een verblijf in Valkenburg, bekend om zijn natuurschoon en direct in de nabijheid liggend van het eeuwenoude kuuroord Aken. Hij liet in het bosgebied dat hij had gekocht, in 1892 en 1893 wandelwegen aanleggen en zo ontstonden het 'Rotspark' en het Polferbos. Ook liet hij er een restaurant bouwen. Na zijn dood, op 23 februari 1895, hebben zijn weduwe Léonie Diepen-Bareel en vooral zijn zoon Jan Diepen daar nog twee bijzondere attracties laten aanleggen, de nabootsing van de Romeinse catacomben in 1910 en het Openluchttheater in 1916. De toegangsweg vanaf de Cauberg tot het Rotspark heet nog steeds Armand Diepenweg. Armand Diepen werd in 1889 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij werd begraven op het kerkhof van Korvel.
Contact en informatie
sluit Hulp nodig?
We helpen je graag van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 16:00 en van 19:00 tot 22:00 uur via chat.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag wel stellen via een e-mail naar info@regionaalarchieftilburg.nl.

sluit Online op dit moment
chatOnline -
Stel een vraag