Onderzoeker uitgelicht: Martijn van Bommel

11
01-03-2023
  • Onderzoeker uitgelicht
  • Tweede Wereldoolrog
  • historisch onderzoek
  • Onderzoek naar ontplofbare oorlogsresten
  • Den Ouden Bodac

In dit blog vertelt historicus Martijn van Bommel   over zijn werk als historisch vooronderzoeker bij Den Ouden Bodac. Hiervoor doet hij regelmatig onderzoek in archieven. Den Ouden Bodac, onderdeel van het Brabantse familiebedrijf Den Ouden, houdt zich bezig met het opsporen van ontplofbare oorlogsresten (OO) uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. In Nederland is het wettelijk verplicht, vanuit de Arbowetgeving, om dit soort onderzoek te laten doen voordat er ook maar een schop de grond in gaat. Martijn doet, samen in een team van vier historici, het historisch vooronderzoek én maakt risicoanalyses.

Opdrachtgevers voor dit soort onderzoek zijn bijvoorbeeld Waterschappen, gemeenten of aannemers. In de woorden van Martijn: “Iedereen die in de bodem wil graven, én die wil weten of er wellicht sprake is van achtergebleven munitie in de grond, kan bij ons aankloppen. Wij doen vervolgens onderzoek en schrijven een adviesrapport op basis van verschillend bronnenmateriaal, zoals luchtfoto’s en stukken uit gemeentelijke archieven. Zo nodig gaan we naar archieven in het buitenland, bijvoorbeeld The National Archives in Londen, waar de archieven van de Royal Air Force liggen.”

Historisch vooronderzoek: literatuur, luchtfoto’s en archiefmateriaal

Bij een historisch vooronderzoek naar ontplofbare oorlogsresten onderzoekt Martijn of er in een gebied een verhoogd risico bestaat op het aantreffen van ontplofbare oorlogsresten in de grond. En zo ja, welke soort(en) munitie zouden in de bodem aangetroffen kunnen worden? Om wat meer zicht te krijgen op het onderzoeksgebied tijdens de oorlog, begint Martijn het vooronderzoek met het raadplegen van literatuur. Wat is er allemaal voorgevallen gedurende de Tweede Wereldoorlog in bijvoorbeeld de Kempen, West-Brabant, Tilburg etc.? Waar zijn vliegtuigen en V-1’s en V-2’s neergestort? Allemaal relevante vragen waarop de historisch vooronderzoekers het antwoord moeten vinden.

Historische luchtfoto’s zijn een belangrijke informatiebron bij het vooronderzoek. Martijn: “Luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog analyseer ik op allerlei sporen. Alles wat oorlog kan doen met een omgeving probeer ik door middel van luchtfotoanalyse te analyseren. Op een scherpe luchtfoto kun je heel goed Duitse of geallieerde stellingen van elkaar onderscheiden, maar ook vliegtuigcrashes, kraters en loopgraven.”

Vervolgens gaat Martijn de archieven in. Hij is regelmatig te vinden bij Regionaal Archief Tilburg om in de archieven van gemeentebesturen te zoeken wat er aan informatie overgeleverd is over munitie, oorlogsschade en gevechtshandelingen binnen een gebied. Het komt wel eens voor dat de archieven van een bepaalde plaats gedurende de oorlog in vlammen zijn opgegaan. Om er dan toch achter te komen wat er zich heeft afgespeeld in een bepaald gebied, worden andere bronnen geraadpleegd, zoals naoorlogse naslagwerken van munitieruimingen of de collectie van de Mijn- en Opruimingsdienst MMOD, 1945-1947, en het archief van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD). In Nederland is er meteen na de oorlog werk gemaakt van het ruimen van mijnen. Al op 6 november 1944 ontstond de Mijnopruimingsdienst, de voorloper van de EODD. Sinds 1971 hebben zij een archief dat je ook kunt raadplegen waarin alle meldingen staan die zij gedaan hebben binnen een bepaald gebied. Zodoende kun je toch te weten komen van wat er aan ruimingen gedaan is en wat er aan oorlogshandelingen heeft plaatsgevonden.

National Archives

De afdeling Historisch Vooronderzoek van den Ouden doet ook regelmatig onderzoek in het buitenland. Afgelopen november bezochten Martijn en zijn collega’s The National Archives in Londen. Daar hebben zij, onder andere, de archieven van de Britse luchtmacht geraadpleegd. In de zogenaamde Daily Logs, Records of Events and Summary of Events is enorm veel informatie te halen. Dat gaat van commando- tot op squadronniveau. Dit zijn logboeken waarin precies is opgetekend wat er gebeurd is op een bepaalde dag. In deze stukken is te vinden welke eenheden er hebben gevlogen op een bepaalde dag, waar ze hebben gevlogen en wat ze aan oorlogshandelingen hebben uitgevoerd.           

Nord de Guerre

Een voorbeeld hoe in geallieerde stukken uitgezocht kan worden waar precies oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden, is het toepassen van het toentertijd gehanteerde coördinatenstelsel, het zogenaamde ‘Nord de Guerre’-coördinatensysteem. De geallieerde troepen hadden vrijwel heel Europa op een coördinatenraster gelegd. Nederland en België vielen in de zone Nord de Guerre, een zone die helemaal ingedeeld was in kaartvakken die weer onderverdeeld waren in kleinere vakken etc. Zo kun je in een rapport lezen over een bepaald coördinaat, bijvoorbeeld QE6163, waar een oorlogshandeling heeft plaatsgevonden. Dit specifieke coördinaat is dan, door het Nord de Guerre-systeem te volgen, een perfect kaartvierkant binnen de oude stafkaarten van Nederland of België. Martijn: “Soms kun je echt op meterniveau weten of er een bombardement is geweest. Vanuit daar kun je weer terug naar de luchtfoto’s gaan om dit te verifiëren. Dit doen we ook met grondtroepen. Die hebben echt heel veel achtergelaten. Die stukken worden War Diaries genoemd. Deze stukken zijn, net als de luchtmachtstukken, hiërarchisch opgedeeld: Van korpsniveau, divisieniveau tot regimentsniveau. Van infanterie tot en met artillerie. Het is echt bizar hoe dit precies is achtergelaten,” vertelt Martijn. “Dus een bepaalde eenheid, ik noem maar wat, de 15th Scottish Division (bevrijders van Tilburg), hebben precies achtergelaten wat er per maand gebeurde op dagniveau.” Zo hebben artillerieonderdelen van deze divisie zogenaamde Fire Plan’s uitgevoerd: Vuurplannen met tijdstippen, locaties en soortgelijke informatie voor artilleriebeschietingen. Martijn: “Dan kun je deze regimenten ook weer opzoeken in de War Diaries en uitpluizen waar zij precies op geschoten hebben.”

Advies

Door de combinatie van literatuuronderzoek, luchtfotoanalyse en archiefonderzoek kan Martijn  meestal vrij concreet advies geven. Maar ook hier geldt het credo ‘één bron is geen bron’. Daarom wordt er geprobeerd om zoveel mogelijk bronnen met elkaar te laten corresponderen om tot een consensus te komen. Martijn: “Zoals bij elk historisch onderzoek ben je overgeleverd aan de gratie van wát er overgeleverd is. Het is vrijwel onmogelijk om aan álle stukken van álle eenheden te komen. Soms zijn de beschrijvingen van oorlogshandelingen erg summier. Zo kan er in een rapport staan ‘Er is een vuurplan afgevuurd op de Tilburgse wijk Broekhoven’. Maar vaak wordt er niet vermeld welk kaliber munitie er gebruikt is, welke en hoeveel eenheden er gevuurd hebben en hoe lang. Als je dit soort informatie niet hebt dan wordt het toch lastig om advies te geven. Zo kan er twee meter diep bijvoorbeeld geschutmunitie liggen, maar afwerkmunitie gaat vaak veel dieper de grond in. Het hangt allemaal af van wat ik vind in de bronnen hoe specifiek mijn advies kan zijn. Elk advies is gericht op de vraag of een onderzoeksgebied ‘verdacht’, ‘onverdacht’ of ‘gedeeltelijk verdacht’ is op het mogelijk aantreffen van ontplofbare oorlogsresten. Dit bieden we altijd aan in visuele vorm, een zogeheten Bodembelastingkaart. Dat is een kaart waarop precies is aangegeven welke gedeelten van het onderzoeksgebied (on)verdacht zijn.”

Risicoanalyse

Een vervolgonderzoek, op het advies van het historisch vooronderzoek, kán een risicoanalyse zijn. Een belangrijk onderdeel hiervan is het onderzoek naar naoorlogse ontwikkelingen. In een gebied dat ‘naoorlogs geroerd’ is (m.a.w.: een gebied waarin na de oorlog is gegraven om b.v. riolering, kabels of buizen te leggen), is de kans kleiner dat er ontplofbare oorlogsresten worden aangetroffen dan in ‘ongeroerde’ grond. Martijn: “We mogen aannemen dat ontplofbare oorlogsresten in naoorlogs geroerde grond zouden zijn opgevallen en weggehaald.” In de risicoanalyse wordt uitgebreid aandacht besteed aan deze naoorlogse ontwikkelingen. Het team historisch vooronderzoek van Den Ouden Bodac doet dit onderzoek in regionale en nationale archieven. “We doen onder andere onderzoek naar de  naoorlogse periode van een gebied. We kijken bijvoorbeeld of er riolering is aangelegd en of er al kabels in de grond liggen. Op basis van het historisch vooronderzoek kunnen we de klant een risicoanalyse aanbieden. We bestuderen dan het verdachte gebied. Dat kan een natuurgebied zijn dat heringericht is, dan kijken we bijvoorbeeld tot welke dieptes dit is gedaan. Tot een bepaalde diepte kan het gebied dan niet meer verdacht zijn omdat bepaalde munitie op bepaalde diepte niet meer wordt aangetroffen. Daarnaast geven we de klant advies hoe het overgebleven verdachte gebied weer ‘vrijgegeven’ van explosieven kan worden. Dus; wat voor soorten detectie en opsporingen moeten plaatsvinden. Het blijft bizar wat er nog in de grond ligt aan niet ontplofte munitie.”

Bijzondere vondst

“Vorig jaar ben ik naar de archieven in Antwerpen en Brussel geweest voor een opdracht. Daar vond ik een heel bijzondere kaart van Antwerpen; na de oorlog heeft iemand een stip gezet op elke plek waar een V1 of V2 is afgegaan. Niet normaal hoe erg de destructie moet zijn geweest van deze stad! Antwerpen was een gewild object nadat de geallieerden het veroverd hadden in het najaar van 1944, de Duitsers hebben er ik weet niet hoeveel V-1’s en op afgevuurd. Antwerpen was gewoon een gatenkaas. Dat moet echt een hel geweest zijn om daar te leven. En dat wordt duidelijk aan de hand van zo ’n kaart.”  

“Dus ja, je bent elke dag met oorlog bezig. En je krijgt wel echt het besef dat het nog maar zo kort geleden is. Er is zoveel kapot gegaan en er ligt nog zoveel. Dat soort momenten als met die kaart van Antwerpen of een luchtfoto van een kapotgeschoten gebied dat voor jou bekend is, dat maakt wel indruk.”

 

Afbeeldingen

Afbeelding 1: portret Martijn van Bommel. Foto: AdB

Afbeelding 2: Dit betreft een uitsnede van een geallieerde luchtfoto van het centrum Tilburg op 21 oktober 1944 (zes dagen voor de bevrijding van de stad). Duidelijk te zien is het spoor. Bron: National Collection of Aerial Photography in Edinburgh

Afbeelding 3: Dit betreft een uitsnede van een geallieerde luchtfoto van de sluis, en omgeving, bij Haghorst op 15 oktober 1944 (hier lag toen de frontlijn). Duidelijk te zien zijn de gesprongen sluisbruggen en geschutkraters zuidwestelijk in de velden. Bron: National Collection of Aerial Photography in Edinburgh

Afbeelding 4: Dit betreft een foto van detectiewerk in stedelijk gebied. Bron: Den Ouden Bodac B.V.

Afbeelding 5: Dit betreft een uitsnede van de kaart met inslagen van V-wapens in Antwerpen. Bron: Rijksarchief Antwerpen, PAA002 Archief van de provincie Antwerpen, verzameling Tweede Wereldoorlog, 1931-1975, inv. nr. 363, briefwisseling, overzichten en kaarten over de inslagen van de vliegende bommen (V1 en V2 ) in de agglomeratie Antwerpen. Oktober 1944 – juni 1945.

 

3 reacties

Reageren
  1. Dirk | Oct 11, 2023
    Ik vond het heel leuk om te lezen hoe een onderzoeker te werk gaat en dus alle aan elkaar probeert te knopen. ik heb ook nooit geweten dat er zoveel V1 en V2 rakketten zijn afgevuurd op Antwerpen. Ik heb na dit artikel gelezen te hebben wat meer rond gelezen. ik heb ook de site bekeken die Sjors in zijn reactie had geplaatst. een hele interessante site en bijzonder om te zien hoeveel van die rakketten zijn neer gekomen hier in Tilburg. ik heb ook veel gelezen op website die de niet ontplofte explosieven opsporen. ik zal hier onder een paar links zetten die interessant kunnen zijn voor de lezers net zoals. die dus niet een historicus zijn maar wel geïnteresseerd in zijn. https://www.aesbv.nl/nieuws/veiligheid-en-erfgoed-succesvolle-afronding-van-oorlogsresten-onderzoek-voor-aansluiting-windpark-hollandse-kust-west-beta    
  2. Sjors | Mar 13, 2023
    Beste Berry (en andere geïnteresseerden), heeft u al gekeken op www.vergeltungswaffen.be  ? De in het interview vermelde bijzondere vondst van de kaart van V.1 en V.2 inslagen in België is al een paar jaar geleden verwerkt op de eerder genoemde website, aangevuld met informatie uit the National Archives van de UK, USA en Canada. Ook voor Nederland is een dergelijke website met inslagen van V.1 en V.2's, zie www.vergeltungswaffen.nl
  3. Berry | Mar 03, 2023
    Het werk wat deze onderzoekers doen is ook voor (amateur) historici heel waardevol. De rapporten geven vaak een compleet beeld van de gevechten, bombardementen, vliegtuigcrashes, etc. die gedurende de Tweede Wereldoorlog in een bepaald gebied hebben plaatsgevonden. Bij het samenstellen van de rapporten maken zij onder andere gebruik van (buitenlands) archiefmateriaal dat voor andere onderzoekers niet zo snel beschikbaar/bereikbaar is. Ik heb al vaak gedacht: ik zou wel eens in de bronnen van REASeuro of Den Ouden Bodac willen snufflen voor mijn eigen onderzoeken. Helaas zijn tripjes naar het Bundesarchiv of The National Archives voor mij nog niet weggelegd. Gelukkig komt er steeds meer digitaal ter beschikking.

    Reageren

    Contact en informatie
    sluit Hulp nodig?
    We helpen je graag van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 16:00 en van 19:00 tot 22:00 uur via chat.
    Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag wel stellen via een e-mail naar info@regionaalarchieftilburg.nl.

    sluit Online op dit moment
    chatOnline -
    Stel een vraag