Vele jaren lobbywerk van de 'R.K. Bond voor Groote Gezinnen 'gingen aan het wetsvoorstel uit 1938 vooraf om huizen voor grote gezinnen te bouwen. Het wetsvoorstel beoogde de huisvesting van deze specifieke groep te verbeteren. Van geboortebeperking was in die tijd nog geen sprake in deze gezinnen. Onder een groot gezin werd een gezin verstaan met meer dan vijf inwonende kinderen. Gemeenten kregen in november van dat jaar 1938 opdracht om het wetsvoorstel uit te voeren.
In Oosterhout werd eerst onderzocht waar die grote gezinnen precies woonden. Dat leverde in 1939 een bijzonder inkijkje op hoe gezinnen met grote gezinnen in Oosterhout woonden. Veel gezinnen woonden in onbewoonbaar verklaarde woningen in
Het Bosch, in totaal 12 woningen die onbewoonbaar waren verklaard maar nog niet waren gesloopt en 31 woningen die nog onbewoonbaar verklaard moesten worden. 63 woningen waren weliswaar niet onbewoonbaar, maar bestonden uit slechts een kamer en honden dus niet echt verbeterd worden. In
De Voorheide waren 84 eenkamerwoningen en 26 huizen die onbewoonbaar moesten worden verklaard.
De Voorheide stond ook wel bekend als de ‘Vurhaai" en had geen beste naam.
Beter woningen zouden ook leiden tot betere gezondheid van de bewoners.
De plannen werden niet vlot afgewikkeld, de financiering was een probleem en de bouw van het nieuwe raadhuis had prioriteit. Daar kwam toen eenmaal de oorlog was aangebroken de moeizame aanlevering van bouwmaterialen bij.
Documenten woningen voor grote gezinnen Oosterhout
Toen eenmaal de oorlog voorbij was, werden er wel woningen gebouwd, maar dat waren vele noodwoningen. Stadsvernieuwing met de sloop van vele woningen startte begin jaren vijftig. De woningnood zou nog jaren duren.
