Nee tegen ongelijke behandeling van Katholieken

4
06-12-2018
  • 1801
  • Katholieken
  • Tilburg
  • aanwinst
Ondertekenaars document 1801Dit jaar werd door de gemeentearchivaris een bijzonder archiefstuk over Tilburg uit Bataafse-Franse tijd verworven. Het document dateert uit de woelige periode waarin de moderne Nederlandse staat een concrete vorm kreeg. Het is een bezwaarschrift van Tilburgse ingezetenen aan de Tweede Kamer van de Bataafse Republiek in 1801, waarin zij zich beklagen over de oneerlijke bevoordeling van de Hervormde Kerk, waartoe de Eerste Kamer besloten had.

 

Gelijke behandeling
Na eeuwen van repressie hadden Katholieken ingezetenen begin negentiende eeuw eindelijk zicht  op gelijke behandeling en konden mee ijveren om de politieke macht. De Franse inval in de Republiek der Verenigde Nederlanden in december 1794, luidde het einde van het stadhouderlijke bewind in. De stadhouder en de Staten-Generaal werden vervangen door een min of meer democratisch gekozen Nationale Vergadering, welke de eerste Nederlandse grondwet ontwierp. Deze Staatsregeling werd na een onstuimige periode van ruim twee jaar op 23 april 1798 middels een volksreferendum aangenomen en trad op 4 mei van dat jaar in werking. De Staatsregeling was gestoeld op de Franse revolutionaire idealen vrijheid, gelijkheid en broederschap. Er werden twee vertegenwoordigende lichamen ingesteld, de Eerste en de Tweede Kamer, welke ongeveer zo functioneerden als in ons huidige democratische bestel - met een omgekeerde rol voor de Kamers: de Eerste Kamer vertegenwoordigde de wetgevende macht, terwijl de Tweede Kamer de wetten bekrachtigde. De Staatsregeling voorzag in een gelijke behandeling voor alle burgers. Gedaan was het dus met de categorische uitsluiting van katholieken voor het uitoefenen van een publiek ambt alsmede tal van andere achterstellingen van katholieken ten faveure van protestanten welke onder het stadhouderlijk bewind geïnstitutionaliseerd waren. Althans, in theorie. De praktijk was vaak weerbarstiger, getuige het bezwaarschrift uit 1801.

Document uit 1801
Hoewel het stuk ongedateerd is, valt door de inhoud wel met enige zekerheid te zeggen wanneer het stuk ongeveer geschreven is. Op het stuk bevindt zicht een kleinzegel, dat werd gebruikt om belasting op akten te vorderen (zegelrecht), uit 1798. Verder is het verzoekschrift gericht aan de Tweede Kamer van het Verteegenwoordigend Lighaam des Bataavschen Volks en richt het verzoek zich op een besluit van de Eerste Kamer, d.d. Vrijdag den 20 Februarij l.l. Op basis van het zegel kunnen we het jaartal niet vaststellen, want in het jaar 1798 vielen in februari geen vrijdagen op de twintigste van de maand. Dat is pas het geval in 1801. Hieruit mag blijken dat de kleinzegels als een soort postzegels werden gebruikt; deze konden worden gekocht en later op een akte worden gedrukt, mits de tarieven niet tussentijds veranderden natuurlijk. Veel later dan na februari 1801 kan het stuk niet geschreven zijn, want in november 1801 werd de Staatsregeling van 1798 (waar het bezwaarschrift expliciet naar verwijst) alweer vervangen door een nieuwe grondwet, waarmee de Bataafse Republiek vervangen werd door het Bataafse Gemenebest. Terug naar de inhoud van het verzoekschrift.

 Op 20 februari 1801 besloot de Eerste Kamer blijkens het verzoekschrift alle Leeraaren en Hoogleeraren der Hervormde of Eerteijds Heerschende Kerk nog voor één jaar van staatswege te salariëren. Dit was tegen het zere been van de Tilburgse ingezetenen, ongetwijfeld van katholieke huize - maar daarover later meer. De uitgesproken bevoordeling van de protestanten druist volgens de achtenvijftig ondertekenaars niet alleen in tegen de Staatsregeling van 1798, maar ook tegen de verlichte idealen van de kersverse Bataafse Republiek. De Tilburgers verzoeken de Tweede Kamer het besluit van de Eerste Kamer niet te bekrachtigen en schuwen in hun argumentatie geen grootse metaforen. Wanneer het voorgenomen besluit uitgevoerd zal worden, dreigt burgeroorlog en totale teloorgang van de natie: 

Dus Burgers Verteegenwoordigers! Daar alle Ver-

toners tot hun grootste smart in het verschiet

reeds de schroomelijke gevolgen vooruit zien die

uit dusdanige besluiten noodwendig moeten

voort vloeijen indien uwe vergaadering onverhoopt

moogd goedvinden er de kragt van wet aan te gee-

ven, vermits het volk dan geen waarborg

meer vindende - nog in de Staats-regeling, nog

in de getrouwe op volging van dezelve door

hunne verteegenwoordigde - aan wie zij de hand-

haaving daar van hebben aanbevoolen, het zig aan

geen plichten meer zal verbonden reekenen. Waar

door wel licht een burger oorlog zoude kunnen

ontstaan, welke noodwendig den totaalen ondergang

onzer vrijheid en nationaal geluk zoude naar

zich sleepen.

De ondertekenaars uit 1801
De ondertekenaars zijn voor een deel bekend uit de Tilburgse archieven. Van sommigen weten we niet meer dan dat zij ingezetenen van Tilburg waren. Zoals Adriaan Janne, die met een kruisje mocht ondertekenen omdat hij niet kon schrijven.Van anderen weten we een stuk meer; bijvoorbeeld hun religieuze overtuiging (rooms-katholiek), hetgeen de gepassioneerde bewoordingen van het bezwaarschrift uitstekend verklaart. Zo zien we Gerardus Drabbe als vader van zijn kinderen op vier doopakten van de St. Dionysusparochie - waarvan de kenmerkende Heikese kerk oorspronkelijk de parochiekerk was. Joannes Baptista van der Wegen werd in 1775 gedoopt in diezelfde parochie en doopt in 1806 zijn eigen zoon in parochie 't Heyken. De katholieke ondertekenaars zagen met de komst van een nieuw landbestuur hun kans om zich vrij te vechten van discriminatie en achterstelling. We zien hier een vroege getuige van de strijd om katholieke emancipatie. De strijd om gelijke rechten voor katholieken zou nog tot lang ná de Franse Tijd (1795-1813) voortduren, omdat bestuurders regelmatig antikatholiek waren. Doch reeds bij aanvang van de hoop op gelijke behandeling, zien we de strijdbaarheid van de Tilburgse ingezetenen om de benadeling van katholieken met wortel en tak uit te roeien.

Collectie handschriften
Het archiefstuk is opgenomen in de collectie handschriften Tilburg 338. nr. 37 en digitaal te raadplegen.


 

Reageren

Contact en informatie
sluit Hulp nodig?
We helpen je graag van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 16:00 en van 19:00 tot 22:00 uur via chat.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag wel stellen via een e-mail naar info@regionaalarchieftilburg.nl.

sluit Online op dit moment
chatOnline -
Stel een vraag