Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Spier, Franz Robert

Bobby Spier
Franz-robert-spier.jpg
Bobby Spier (bron: Joods Monument)
Volledige namen Franz Robert Spier
Geboortedatum 07-07-1913
Geboorteplaats Düsseldorf (DE)
Adres Burgemeester van Meursstraat 5
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Justine Leonie Bendien
Beroep directeur leerfabriek
Overlijdensdatum 17-08-1942
Plaats van overlijden Auschwitz (PL)

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Spier, Franz Robert (Düsseldorf (DE) 07-07-1913, Auschwitz (PL) 17-08-1942), directeur leerfabriek, zoon van Louis Spier (1873–1944) en Flora Lyon (1882–1944). Hij was gehuwd met Justine Bendien (1920–1945). Zij hadden geen kinderen.

Achtergrond

Franz Robert (Bobby) Spier wordt op 7 juli 1913 in Düsseldorf geboren als zoon van Louis Spier (Wickrath (DE) 09-11-1873, Auschwitz (PL) 30-10-1944) en Flora Regine (Flo) Lyon (Saarbrücken (DE) 19-02-1882, Auschwitz (PL) 30-10-1944). Hij trouwt op 6 januari 1940 met Tineke Bendien (Den Haag 21-11-1920, Mauthausen (AT) 19-04-1945). Hun huwelijk blijft kinderloos.
Bobby Spier is het jongste kind uit het vermogende gezin Spier. hij heeft nog twee zussen, Margret (1906–1985) en Gerta (1908–1967). Vader Spier is – samen met zijn broer Viktor (1884–1945) – eigenaar van een van de grootste lederfabrieken in Duitsland, de Wickrather Lederfabrik in Wickrath, een stad niet ver van Mönchengladbach en de Nederlandse grens. Na de machtsovername door de Nazi’s in 1933 wordt de Joden het leven in toenemende mate onmogelijk gemaakt. Bobby’s vader en oom hevelen geld over naar Nederland om een nieuwe onderneming op te richten. Dat wordt de Noordhollandsche Ledermaatschappij N.V. in 1937 opgericht te Amsterdam. Omdat Joden geen geld over mogen maken naar het buitenland krijgt Bobby’s vader een half jaar gevangenisstraf wegens belastingontduiking. Inmiddels is de onderneming in Wickrath in het kader van de ‘Arisierung’ onteigend en in 1937 vluchten beide families Spier naar Nederland. Dat in navolging van Klaus Spier, de oudste zoon van Viktor, die al vanaf 1933 in Amsterdam woont. Bobby Spier gaat naar Tilburg, waar hij op 26 mei 1937 als techniker looierij ingeschreven wordt op het adres Spoorlaan 128[1] Op 8 januari 1938 betrekt Bobby het nieuw gebouwde huis aan de Burgemeester van Meursstraat 5. In juni 1937 is ook Bobby’s neef Heinz Alfred (Freddy, 1914–2001) naar Tilburg gekomen en samen richten ze een leerfabriek op als dochteronderneming van de fabriek in Amsterdam. De onderneming heet De Molen N.V., naar de straat waar het bedrijf gevestigd is. Al spoedig verhuist de onderneming naar een ruimte aan de Nieuwstraat 234 die gehuurd wordt van de naastgelegen schoenfabriek Van Arendonk. Om ‘arisering’ te voorkomen verkoopt Bobby kort na de Duitse inval zijn aandelen, maar desondanks wordt de onderneming geliquideerd en verkocht. Na een lange strijd komt het bedrijf in 1951 weer in handen van de (erven van de) familie Spier. Tot in de jaren 1970 heeft de onderneming nog bestaan.

Deportatie

Begin december 1941 doet Bobby Spier een poging om met zijn vrouw Tineke en twee vrienden, Bertram Polak en Fred de Wit per schip naar Engeland te ontkomen. Op 9 december reizen ze met de trein naar Den Haag.[2] Daar worden ze opgewacht door twee Haagse agenten en de SD-er Kurt Bläse. Ze zijn in de val gelokt door het duo Willy Kramer en Jacoba Menso.[3] De werkzaamheden van het ijverige duo leidden tot de arrestatie van een groot aantal leden van de Tilburgse Oranje Garde (...) het uitleveren van een aantal Engelse piloten en (Joodse) onderduikers. Deze laatste slachtoffers werden in de val gelokt met een zogenaamde vlucht naar Engeland. Hiervoor moesten zij flinke bedragen neertellen. (...) Onderweg werden zij vervolgens aangehouden, gearresteerd en uitgeleverd aan de Gestapo. Geen van de Joodse personen heeft het overleefd.[4] Het viertal wordt als ‘Schützhäftling’ overgebracht naar de strafgevangenis in Scheveningen (‘Oranjehotel’). Op de muren van cel 362 zijn hun namen ingekrast: ‘Spier 9-12-’41’, ‘Polak 9-12-’41’, ‘De Wit 9-12-’41 Scheveningen’, ‘Mevr. Spier-Bendien 9-12-’41’, ‘Spier 2-4-’42 transport-???’ Op 2 februari 1942 zijn de drie mannen overgebracht naar Kamp Amersfoort (Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort) waar ze voortdurend mishandeld worden, te weinig voedsel krijgen en dwangarbeid moeten verrichten in het zogeheten 'Judenkommando'. Op 16 juli 1942 gaan ze op transport naar Auschwitz. Vermoedelijk gaat de trein eerst naar het Drentse station Hooghalen om daar gevangenen uit Westerbork op te pikken.[5] Al de volgende dag, 17 juli, komt de trein in Auschwitz aan.[6] Bobby Spier wordt geselecteerd als ‘arbeitsfähig’ met Häftling Nummer (matriculation number) 48360 (getatoeëerd op de rechter onderarm) en komt in Birkenau (ook wel bekend als ‘Auschwitz II’) terecht waar hij dwangarbeid verricht. Daar overlijdt hij, 29 jaar oud, op 17 augustus 1942. Naar alle waarschijnlijkheid is hij vergast.[7]

Gebeurtenis

Struikelstenen

Geheugen van Tilburg

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Literatuur

  • Bader, J., Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken (Soesterberg 2018).
  • Beer, Ad de en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002)
  • Bijsterveld, Arnoud-Jan, House of Memories: Uncovering the Past of a Dutch Jewish Family (Hilversum 2016).
  • Bijsterveld, Arnoud-Jan, Ons huis. Op zoek naar een Joodse familie in Tilburg (Hilversum 2020).
  • Bijsterveld, Arnoud-Jan, ‘Gedenkteken voor slachtoffers en overlevenden. Het verhaal achter de “struikelsteen” voor Bertram Polak (1918-1942)’, Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur 29 (2011) nr. 1, 3-14
  • Brouwer, Florentine, Een ghetrouwe helt. Kees van Holst Pellekaan (1922-1942) (Den Haag 2022).

Externe links

Noten

  1. Dat was hotel Piet Mulders, tegenover het station (1932, rijksmonument).
  2. Joden mochten toen nog reizen.
  3. Willy Kramer (Den Haag 1908, Venray 1943) en Jacoba Menso (Den Haag 1904, 1970).
  4. Zie Brouwer (2022), 111, 112.
  5. Pas in oktober 1942 kwam de spoorlijn van Hooghalen naar het vijf kilometer verderop gelegen Westerbork tot stand.
  6. Die datum is vermoedelijk incorrect. Er is gesuggereerd dat de registratie van gevangenen in Auschwitz toen plaatsvond voordat de trein uit Westerbork vertrok. Dat is ook meer in overeenstemming met het feit dat de reis ongeveer veertig uur duurde. Gewoonlijk deed de trein twee dagen over het traject Westerbork–Auschwitz.
  7. Ook Bertram Polak en Fred de Wit komen in Birkenau terecht. Bertram Polak wordt vermoedelijk tegelijk met Bobby op 17 augustus vergast, Fred de Wit komt uiterlijk september 1942 in of rond Auschwitz om het leven. Tineke Spier-Bendien is op 28 september 1942 als politieke gevangene van Scheveningen naar Ravensbrück gedeporteerd en vervolgens naar Mauthausen. Daar komt zij op 19 maart 1945 om het leven.