Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Bredaseweg (Tilburg)

Bredaseweg
Bredaseweg.jpg
Geografische informatie
Locatie       Tilburg
Stadsdeel Reeshof
Wijk Koolhoven
Begin Schouwburgring bij de Noordhoekring westwaarts
Eind Burgemeester Letschertweg
Algemene informatie
Naam sinds 8 oktober 1881

De Bredaseweg in Tilburg loopt vanaf de Schouwburgring bij de Noordhoekring westwaarts tot aan de Burgemeester Letschertweg.

Geschiedenis

De Bredaseweg ter hoogte van het kerkhof in 1915. Op de achtergrond de Heikese kerk.

Tot het jaar 1828 liep de Bredaseweg vanaf Hulten tot iets voorbij de uitspanning het Dorstige Hert, vanaf dat punt boog de weg naar rechts de Berkdijk in en via Korvelplein en Korvelseweg naar de Zomerstraat en de Oude Markt. Op de kaart van D. Zijnen uit 1760 is het gedeelte tot de Berkdijksestraat onbenaamd; de kaart van A. Arts ca. 1870 geeft de Berkdijk nog de naam Oude baan van Breda naar Tilburg. Onder koning Willem I werd het koninklijk besluit van 25 juli 1816 uitgevaardigd waarbij het nationale wegenplan werd vastgelegd. De weg van Tholen naar Grave zou via Breda rechtstreeks naar Den Bosch lopen en Tilburg niet aandoen.

Brief aan de koning

De Tilburgse gemeenteraad laat het hier niet bij zitten. Op 19 februari 1817 stelt de raad dat het van groot belang zou zijn, dat de nieuwe weg Tilburg zou kruisen. Er werd een commissie ingesteld, bestaande uit voorzitter J.A. van Meurs en de wethouders Gomaris Dams en Paulus Vreede.

In een brief aan de koning onderstreepte de commissie het grote belang van de aanleg van een rijksweg over Tilburg: Dat Tilburg zoo,door hare bevolking, als bevattende reeds over de 10.000 inwoners, als door hare Laken- en andere Fabryken en daaruit voortvloeiende commercieele betrekkingen eene plaats is geworden van eenige consideratie en het dus niet alleen voor haar zelve, maar ook voor het algemeen van belang is de Communicatie tot en van gemelde stad zooveel mogelijk te bevorderen. Dat dit bijzonder belang onder vele andere ook vooral daarin gelegen is, dat door eenen steen- of straatweg de aanvoer der noodige materialen voor de fabryken en het vervoer der gefabriceerde goederen aanmerkelijk zoude worde gemakkelijk gemaakt. Dat Tilburg altoos gehad heeft en nog heeft de groote passage van Antwerpen en Breda op 's-Hertogenbosch, Nimwegen enz. en de verwisseling der publieke of postwagens, brievenposten en diergelijke waardoor hunne relatien opzigtens hunne fabryken en Commercie altoos zijn gefaciliteerd, doch dat het gemis van den straatweg en dus het verleggen van den gewonen landweg, ook noodwennig het gemis van dit alles tengevolge hebbende, deze relatien merkelijk verslappen en het natuurlijk gevolg hebben zouden, de fabryken hierdoor veel nadeel wierd toegebragt, ja dezelve wellicht met der tijd geheel zoude doen vervallen…

Pas op 7 december 1821 werd er bij koninklijk besluit vastgesteld dat Tilburg aan de nieuwe weg zou komen te liggen, maar dat het wel een bijdrage van f 30.000,- zou moeten betalen in zes termijnen van f 5000,-. De helft van dit bedrag kwam uit een geldlening, de andere helft zou worden gevonden in de verhoging op de grondbelasting, op belasting op deuren en vensters, op de personeele belasting en de belasting op meubilair.

Start aanleg van rijksweg

In 1822 werd begonnen met de aanleg van de rijskweg. Tilburg werd bereikt in september 1825. In de loop van die maand heeft eene Commissie uit den Waterstaat tusschen het oud logement de Roskam en het laatste huis in den Berkdijk door den Schijfakker op een rechte linie, bakens gesteld, om op die richting de baan te leggen tot de Steenweg. Het gevolg zou wel zijn dat de oude verbindingsweg onverhard zou blijven. En hiertegen kwamen de inwoners van Korvel in verzet. Er werd een rekest gericht aan de koning, ondertekend door 120 Tilburgers. Met name de ondernemers Diepen en Jellinghaus, die de weg langs hun lakenfabriek wilden hebben, waren de grootste belanghebbenden. De richting van de steenweg werd niet veranderd en Diepen en Jellinghaus legden daarop in 1828 een eigen steenweg aan die de fabriek met de rijksweg verbond, door het Haringseind naar de Zomerstraat (> Korvelseweg).

Officiële vaststelling

De Bredaseweg werd zoals gezegd in een rechte lijn dwars door de Schijfakkers geprojecteerd tot de Zomerstraat. Uitspanning De Roskam die bij de Zomerstraat-Schoolstraat stond, moest ervoor wijken. In 1826 was de weg klaar. Op de kaart van A. Arts ca. 1886 heet de weg dicht bij de Zomerstraat Bredasche weg en verderop Rijksweg van Breda naar Tilburg. Bij de eerste officiële vaststelling door de gemeenteraad op 8 oktober 1881 wordt de weg omschreven als lopende van de Schoolstraat en Zomerstraat westwaarts naar de Korenbloem, en bij raadsbesluit van 24 november 1900: Van de Schoolstraat en Zomerstraat langs den Watertoren tot de grensscheiding met Gilze en Rijen.

Op de Kaart

Toon op de kaart

Bron

Ronald Peeters, De straten van Tilburg (1987).

Zie ook

categorie:Bredaseweg (panden)